Wat te doen bij overlijden?
Als een familielid thuis overlijdt, doet u het volgende:
- U belt eerst de huisarts of dokter van wacht. Hij/zij komt ter plaatse om het overlijden vast te stellen en vult de nodige documenten in. Deze documenten zijn noodzakelijk om de overledene te mogen overbrengen.
- U verwittigt familieleden en vraagt hen of zij eventueel thuis nog afscheid wensen te nemen.
- Wanneer de dokter langs is geweest en alle familieleden die het wensen afscheid hebben genomen, neemt u contact op met ons zodat wij de overledene kunnen overbrengen naar het uitvaartcentrum.
- U legt de gewenste kledij van de overledene klaar voor onze mensen die bij u ter plaatse komen voor de overbrenging.
- U legt de identiteitskaart, het rijbewijs en het trouwboekje van de overledene klaar voor de bespreking bij u thuis of op ons kantoor.
- Uiteindelijk volgt de bespreking van de uitvaart.
Welke zijn de verschillende wijzen van teraardebestelling?
- een traditionele begraving (met kist)
- crematie gevolgd door het verstrooien van de as op het grasperk van de begraafplaats
- crematie gevolgd door het verstrooien van de as in de territoriale Belgische wateren
- crematie gevolgd door het begraven van de as in het urnenveld
- crematie gevolgd door het plaatsen van de as in het columbarium
- crematie en thuisbewaring van de as.
Wat kost een uitvaart?
Aangezien iedereen zijn of haar persoonlijke uitvaartwensen heeft, kunnen wij een voor u op maat gemaakte kostenraming opmaken. Dit doen we tijdens een persoonlijk gesprek in één van onze vestigingen of bij u thuis, u kan hiervoor contact opnemen via 03/889.24.58, 03/771.04.41 of via mail info@uitvaartderuyte.be.
Waar kan ik info vinden betreffende ‘erfrecht’ en successieplanning?
Vlaamse Belastingdienst (VLABEL): http://belastingen.vlaanderen.be
De Notaris / Het Notariaat: http://www.notaris.be/erven-schenken
Op hoeveel verletdagen heeft de familie recht bij overlijden?
4 dagen, voor overheidspersoneel
3 dagen, vrij te kiezen, tijdens de periode die begint met de dag van overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis bij het overlijden van de echtgeno(o)t(e) ; de ouders (vader, moeder, 2de echtgeno(o)t(e) van vader of moeder); een kind; schoonvader- of moeder.
2 dagen, vrij te kiezen, tijdens de periode die begint met de dag van overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis bij het overlijden van inwonende bloedverwanten: broer; zus; grootvader of –moeder; schoonzus of –broer; schoonvader of –moeder; kleinkind.
1 dag, deze van de begrafenis, bij het overlijden van een niet-inwonende bloedverwant: broer; zus; grootvader of –moeder; schoonzus of –broer; schoonvader of –moeder; schoonzoon of – dochter; kleinkind.